Samenvatting: Krassen op het dashboard

O21 begeleidde sinds 2012 honderden scholen op het gebied van de didactische inzet van digitale adaptieve leersystemen als Snappet, Gynzy en Bingel. Onlangs verscheen er vanuit Kennisnet een publicatie over de invloed van adaptieve leersystemen op de professionele ruimte van de leerkracht. Een interessante publicatie, zeker gezien de veelvuldige inzet van adaptieve leersystemen binnen het onderwijs.

Adaptieve leermiddelen zijn niet meer weg te denken uit het basisonderwijs. Gezien de grote rol van deze leermiddelen, vraagt Kennisnet zich terecht af wat de pedagogische invloed van deze leermiddelen is op leerlingen, de klas en de professionele ruimte van leraren.

Plus- en minpunten van adaptieve leermiddelen

Er zijn verschillende positieve effecten bekend van adaptieve leermiddelen. Zo geeft het een gedetailleerd zicht op welke onderwerpen leerlingen wel of niet beheersen, welke opdrachten ze maken (goed/fout), biedt het mogelijkheid tot meer differentiatie en minder wachttijd voor de leerlingen. De leerkracht heeft minder nakijkwerk, wat kan resulteren in meer tijd voor andere leeractiviteiten. Ook kunnen adaptieve leermiddelen onderwijsontwikkeling en professionalisering stimuleren.

Echter zit er ook een andere, minder positieve kant aan het werken met adaptieve leermiddelen. Het is moeilijk om met adaptieve leermiddelen aan complexe vaardigheden te werken, er is weinig transparantie over de werking van adaptieve systemen en de analyses kunnen erg ingewikkeld zijn. Daarnaast functioneren adaptieve leermiddelen beter naarmate ze meer data verzameld hebben. Hoe meer opdrachten er dus gemaakt worden, hoe betrouwbaarder de niveaus zijn waar de leerlingen op werken. Dit kan leiden tot een bepaalde afhankelijkheid van het systeem, wat de professionele ruimte van de leraar kan beperken.

De rol van de leerkracht bij de inzet van deze leermiddelen is uitermate belangrijk. De leerkracht moet weten hoe hij een adaptief systeem kan interpreteren, maar ook hoe hij/zij hierbij de regie kan bewaken. Het is belangrijk dat een leerkracht niet ‘blind’ vaart op een adaptief leermiddel, maar ook zijn of haar eigen leerkrachtvaardigheden gebruikt. Het kan helpen om de systemen op conceptueel niveau te begrijpen. Leerkrachten kunnen dan makkelijker besluiten waar ze de adviezen van het systeem opvolgen en waar ze andere keuzes maken.

De i-coach helpt adaptieve leermiddelen bewuster te gebruiken

Veel scholen werken daarom met een iCoach of kartrekker van de adaptieve leermiddelen. Deze leerkrachten hebben in veel gevallen een opleiding bij O21 gevolgd, zoals de Train de trainer Snappet of Gynzy. In deze opleiding leren deelnemers onder andere om betekenis te geven aan de data uit het dashboard, onderwijsinhoudelijke verbindingen te leggen tussen de (on)mogelijkheden van het leermiddel, het verhogen van de leeropbrengsten en wat te doen met toetsen en rapporten. Na de tweedaagse opleiding is de deelnemer in staat om bewuste keuzes te maken in alle mogelijkheden binnen de adaptieve leermiddelen.

In de publicatie van Kennisnet wordt de vraag gesteld, wat de invloed is van adaptieve leermiddelen op het leren van kinderen en de professionele ruimte van leerkrachten.

Goede afspraken over inzet en gebruik

Leerkrachten kunnen makkelijker via deze systemen met elkaar meekijken, wat idealiter leidt tot meer afstemming en collegiale consultatie. Leerkrachten kunnen op deze manier van en met elkaar leren. Echter kan het ook leiden tot het gevoel van controle van bovenaf, wat een negatieve invloed kan hebben. In de klas kan het bespreken en/of zien van resultaten in de adaptieve software invloed hebben op de leerkracht-leerlingrelatie. Niet elke leerling vindt het fijn als de resultaten zichtbaar zijn en kan dit als problematisch ervaren. Belangrijk dus om hier afspraken over te maken, aldus Kennisnet.

Het werken met adaptieve leermiddelen kan ook leiden tot meer individueel werken van de leerlingen, aangezien deze systemen ingericht zijn voor onderwijs op maat. Hierdoor loop je het risico dat leerlingen minder ruimte hebben voor contact met anderen tijdens de les, wat ten koste kan gaan van het sociale proces. Het is daarom belangrijk dat de leerkracht oog houdt voor de balans tussen individuele opdrachten en groepsactiviteiten. Een manier hiervoor is door de instructie van het systeem aan te vullen met bijv. een coöperatieve werkvorm.

Er zijn dus duidelijk effecten te zien op de pedagogische ruimte van leraren en leerlingen. Het is daarom van belang om een adaptief leermiddel doordacht in te zetten, waarbij duidelijk is dat de uiteindelijke resultaten staan of vallen met de kennis en juiste inzet van de leerkracht.

Wil je binnen jullie bestuur of school meer uit de adaptieve leermiddelen halen en/of deze bewuster inzetten? Neem dan gerust contact met ons op, we denken graag met jullie mee.

Bron: Kennisnet